De goeden en de slechten
Leerlingen met speciale noden zijn er altijd geweest en zullen er altijd zijn. Vlaanderen kent een lange en sterke traditie in het opvangen en begeleiden van kinderen die tijdelijk of permanent speciale hulp nodig hebben omwille van een lichamelijke of geestelijke handicap, ernstige emotionele problemen, gedragsproblemen of ernstige leerstoornissen. In starre en ideologisch gekleurde berichtgeving hierover volgt men spijtig genoeg dikwijls dezelfde werkwijze als bij het inblikken van een derderangs cowboyfilm: een denkbeeldige kloof benadrukken tussen goeden en slechten. De goeden zijn dan meestal de voorstanders van radicale inclusie en de slechten diegenen die erop wijzen dat we al een halve eeuw over uitstekend buitengewoon onderwijs beschikken. Er is overigens altijd meer inclusie buiten de schijnwerpers aanwezig geweest in het onderwijs, dan men doorgaans laat uitschijnen. Voorstellen alsof het is van ‘trek uw plan’ in het gewone onderwijs en tegelijkertijd het buitengewoon onderwijs neerzetten alsof het over een vuilnisbak gaat voor uitgesloten mensen, is een kaakslag voor veel (oud-)leerlingen en hun (oud-)leraars.
Het M-decreet van 2014
Het M-decreet van 2014 veroorzaakte een aderlating in het buitengewoon onderwijs. Aanzienlijk veel leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften werden toen ingeschreven in het gewoon onderwijs. De term ‘redelijke aanpassingen’ creëerde er onduidelijkheid en onzekerheid. ‘Op maat van ieder kind’ kwam op gespannen voet te staan met het sociale, gemeenschappelijke karakter van samen naar een gemeenschappelijk einddoel toe te werken. Bovendien verhuisden onvoldoende middelen en ondersteuning tot op de werkvloer mee.

Veel lesgevers kampten met een dilemma: ze konden niet tegelijkertijd alle leerlingen met specifieke noden begeleiden én kwaliteitsvol werk blijven leveren voor de andere leerlingen van de klas, met alle gevolgen van dien: meer burn-outs, een gestaag toenemend lerarentekort en een verdere daling van de onderwijsresultaten. Jammerlijke verliesposten dus.
Het decreet leersteun vanaf schooljaar 2023-2024
Het nieuwe decreet leersteun (vanaf schooljaar 2023-2024) wil daar iets aan doen. Het is de ambitie om er voor te zorgen dat alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen met een maximale leerwinst. Men wil de onderwijskwaliteit verhogen en gelukkig ook de werkbaarheid voor scholen en leerkrachten waarborgen. Inclusief onderwijs is in de praktijk immers niet altijd het walhalla voor elk kind en alle andere kinderen van de klas. Daarom wordt best een verdere verankering van de kwaliteit van het buitengewoon onderwijs geambieerd. Een aandachtspunt hierbij zal moeten zijn dat het nieuwe decreet leersteun moet worden gerealiseerd met meer mensen op de werkvloer, mensen die niet alleen coördineren, observeren of coachen, maar vooral werken met de leerlingen zelf.
Gewoon doen
Vraag is natuurlijk waar men dergelijk werkvolk zal vinden in deze tijden. Polariserende journalistiek over (inclusief) onderwijs zal niet echt helpen. De nadruk leggen op de vele wonderen die plaatsgrijpen in het onderwijs, gewoon of buitengewoon, bewerkstelligd door buitengewoon gewone mensen, dàt werkt aanstekelijk. Gewoon doen.

Plaats een reactie