Blijvende kwaliteitsdaling
Vlaamse leerlingen van het zesde leerjaar scoren slechter voor wiskunde dan vijf jaar geleden. Nieuwe resultaten van 6163 leerlingen in het zesde leerjaar uit 327 klassen in 230 scholen illustreren andermaal een bekend pijnpunt in het Vlaamse onderwijs. Dit nieuws komt jammer genoeg niet meer over als een verrassing. Sinds de millenniumwissel hebben immers veel westerse onderwijssystemen te kampen met ernstige kwaliteitsdalingen. Het onderwijs in Vlaanderen ontsnapt daar niet aan. Op de werkvloer worden al geruime tijd vraagtekens geplaatst bij enkele nog steeds dominante maar helaas falende onderwijstheorieën die twintig tot dertig jaar geleden door onze overheden werden gepropageerd en opgelegd. Een aantal gediplomeerde mensen, waaronder ook leraren, hebben niet het onderwijs gekregen dat ze verdienden. Het lijkt erop dat men hier en daar het lesgeven zelfs heeft opgegeven en dat het onderwijs er is verworden tot het uitvoeren van opdrachten.

Er bestaan leerpleinen waar studenten individueel of in groep zitten te werken, één klik verwijderd van ontspanning of sociale media, en zich afvragen wanneer ze nog eens les krijgen. Zo lukt het dus niet meer goed. De als progressief beschouwde uitgangspunten zoals leerlinggecentreerd werken en zelfontdekkend leren brengen niet op wat men ervan heeft verwacht. Vele vernieuwingsimpulsen van de voorbije decennia blijken de effectiviteit van het onderwijs schade te hebben toegebracht.
Blijvende stilte
Bovengenoemde problemen werden o.a. voorspeld en beschreven in het rapport van de Commissie Beter Onderwijs (oktober 2021). Een werkgroep met zeven leerkrachten en zeven academische experts o.l.v. Philip Brinckman heeft zich toen gebogen over de gekende pijnpunten. Er werden 58 concrete voorstellen gedaan om het niveau van het onderwijs op te krikken, met interessante ideeën over het wegwerken van negatieve gevolgen van schaalvergrotingen, lijstjes- en vinkjesfetisjisme, doorgeslagen differentiatie, methode-afhankelijkheid, onvoldoende gefundeerd labelen en indelen in niveaugroepen, enz. De indrukwekkende bibliografie van het rapport bestaat uit niet minder dan 15 pagina’s met linken naar recente (internationale) onderzoeken en wetenschappelijke literatuur i.v.m. onderwijs en opvoeding. Toch was niet iedereen even opgezet met dit lijvige rapport, vooral niet wie veel tijd, geld en energie stak in de voorbije hervormingsbewegingen. Het is inderdaad voor velen een ongemakkelijke vaststelling dat er destijds ter goeder trouw enkele vernieuwingstendensen werden bejubeld waarvan nu begint door te sijpelen dat ze niet allemaal op even betrouwbaar onderzoek waren gebaseerd. Er heerst mijns inziens nog altijd teveel stilte over dit belangrijke Brinckmanrapport.

Wanneer men echter blijft zwijgen over nieuwe onderzoeken of nieuwe inzichten en tegelijkertijd blijft wegen op onderwijsbeleid, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat macht en ideologie zich op die manier niet van hun beste kant laten zien.
Blijvend vertrouwen
Ik voel dat er gelukkig nog altijd een breed draagvlak is om naast skills ook inhoud of kennis weer een prominentere plaats te geven. Er is nog altijd veel vertrouwen en expertise aanwezig in instructie die zich niet laat meeslepen door de waan van de dag. Leerlingen hebben doorgaans geen last van latten die hoog liggen, vooral niet wanneer ze met geduld worden begeleid bij het vallen en opstaan. Het onderwijs prijkt bovendien al jarenlang bovenaan het lijstje ‘Vertrouwen in instellingen’, ondanks de innovatieve achteruitgang op veel plaatsen en de vele negatieve berichtgeving. Il faut le faire! Dit vertrouwen werd niet opgebouwd door één generatie, ook niet door twee. Er werd en wordt nog altijd goed werk geleverd in het onderwijs. Je kan het elke dag constateren op de werkvloer zelf. Wanneer sommige journalisten, copywriters, politici en hun medewerkers het tegendeel beweren en lobbyen om zoveel mogelijk op de schop te krijgen, omwille van de gevolgen van enkele decennia vaak opgedrongen en falende vernieuwingstheorieën, stel ik mij daar vragen bij. Waardevolle elementen uit die vernieuwingsbeweging én waardevolle elementen die reeds veel langer aanwezig zijn kunnen immers best de basis vormen van een toekomstgericht onderwijs. Wie duurzaam met het kind wil werken, moet het niet steeds met het badwater weggooien.

Plaats een reactie