Wanneer leerkrachten uit klas worden gehaald om tegenover een aantal tikkende toehoorders (die overigens met de beste bedoelingen hun opgedragen werk doen) te verantwoorden waarom ze er niet in slagen voldoende zorg te bieden aan alle leerlingen die dit nodig hebben, hebben ze vooral nood aan helpende handen in de klas.

Onderwijsmensen kunnen en willen geen wachtlijsten van een jaar aanleggen. De Commissie Inclusief Onderwijs is daar niet blind voor. We lezen in haar jongste advies op blz. 28: ‘Een school voor iedereen realiseren vergt voldoende handen in de klas.’ Als expertise inderdaad meer buiten dan in de klas te vinden is, hapert er iets.
Respect
Bij de start van het decreet leersteun (september 2023) werd bovengenoemde commissie gevraagd om uit te zoeken hoe leerlingen nog beter kunnen worden ondersteund. De commissieleden, waarvan velen al hun sporen hebben verdiend voor hun inzet voor een inclusieve samenleving, verdienen respect voor het geleverde werk. Toch bestaat m.i. het gevaar dat, indien het advies integraal zou worden gevolgd, het onderwijs zich nogmaals kan stoten aan een steen, gelijkend op het M-decreet van tien jaar geleden. Onlangs nog was in Knack te lezen: ‘Het M-decreet heeft een ravage aangericht in het onderwijs.’ Onderwijsexpert Dirk Van Damme was er te gast in ‘de Leraarskamer’. (https://www.knack.be/nieuws/belgie/onderwijs/de-leraarskamer-vs-dirk-van-damme-het-m-decreet-heeft-een-ravage-aangericht-in-ons-onderwijs/)
Bekommernissen
De Commissie Inclusief Onderwijs is zich bewust van die problemen. Op blz. 3 van het advies lezen we: ‘Er leven terechte bekommernissen en ongerustheden. Zal mijn kind met een handicap in het inclusief onderwijs evenveel kansen en ondersteuning krijgen? Het medisch-individueel perspectief waarmee we vandaag naar leerlingen kijken, resulteert in steeds meer leerlingen met een label wat leidt tot meer individuele aanpassingen in het onderwijs. Dit zet de leraar onder druk.’ Op blz. 10: ‘Scholen moeten op dit moment zoveel specifieke maatregelen toekennen aan een steeds groter wordende groep leerlingen dat dit niet langer houdbaar is als werkwijze om inclusief onderwijs te realiseren.’

Gesprek
De toon van het advies is niet culpabiliserend naar leerkrachten toe. Er wordt een gezonde afstand gehouden van de stelling dat ons onderwijs de bedoeling zou hebben ongelijkheid te veroorzaken of leerlingen uit te sluiten. Op blz. 4 lezen we: ‘Wij beschouwen dit advies niet als een afgewerkte opdracht, maar als een start om met alle betrokkenen in gesprek te gaan.’ Mensen op de werkvloer, die dag in dag uit aan het werk zijn met leerlingen, behoren tot die betrokkenen, maar ze komen minder aan bod op congressen, in opiniestukken of duidingsprogramma’s. Nochtans is hun mening ook van belang om het onderwijsbeleid in het algemeen, en specifiek ook dit advies kwaliteitsvol bij te sturen.
Bovenhand
Tussen de wellicht diverse meningen binnen de commissie hebben enkele zaken de bovenhand gehaald. We lezen op blz. 61: ‘Vanaf 2029 is het onmogelijk om nog nieuwe scholen voor gewoon of buitengewoon onderwijs op te richten.’ Op blz. 30: ‘Alle nodige expertise en ondersteuning is beschikbaar in de scholen voor iedereen. Schoolbesturen zijn ervoor verantwoordelijk om de scholen voor iedereen uit te bouwen.’ Blz. 31: ‘Scholen kiezen zelf welke samenwerkingen ze aangaan om hun school voor iedereen te organiseren. Elke school voor iedereen bouwt, in samenwerking met haar scholengemeenschap of -groep, een multidisciplinair team uit met expertise om een grote diversiteit aan leerlingen te begeleiden. In een latere fase krijgt elke school voor iedereen een nieuw instellingsnummer, al dan niet gekoppeld aan een nieuwe naam en een eigen financiering om als één instelling te functioneren.’
Kansen
Veel leerlingen, ouders en praktijkmensen zitten echter meer op het spoor van gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon onderwijs als dat nodig is. Het is immers niet vreemd dat kinderen soms beter functioneren of leren in kleine, intens begeleide groepen of in een beschermende omgeving met gespecialiseerde ondersteuning. Als exclusie van dit onderwijs de bedoeling is, bestaat het risico dat de onderwijsvloot verzeilt in een toestand, waarbij top-down vanuit Brussel wordt opgedragen en gecontroleerd hoe scholen hun werking moeten stopzetten en een ander onderwijs uitvinden en organiseren.
Er zijn vast schoolgemeenschappen, schoolbesturen en hun medewerkers die, wat inclusie betreft, eerder aansluiten bij het Rapport van de Commissie Beter Onderwijs (oktober 2021) waarin we op blz. 68 lezen: ‘Artikel 7 punt 2 van VN-Verdrag: “Bij alle beslissingen betreffende kinderen met een handicap vormt het belang van het kind de eerste overweging”. Anders gezegd: kan een leerling, eventueel mits specifieke, maar wel realistische ondersteuning het gemeenschappelijke curriculum op een reguliere school aan? Of is hij/zij eerder gebaat met de (tijdelijke) ondersteuning in de kleinschalige (veilige en overzichtelijke), gespecialiseerde, (paramedische) leeromgeving van het buitengewoon onderwijs?
Het buitengewoon onderwijs levert niet enkel de nodige expertise, het biedt de betrokken leerlingen ook de kans om samen gemeenschappelijke doelen te halen waardoor het zelfvertrouwen groeit. Soms bloeien kinderen in het buitengewoon onderwijs open omdat ze zich opgenomen voelen in een groep waar iedereen gelijkaardige uitdagingen kent.’
Ernstige antwoorden op ernstige vragen
Niemand wil de mensenwereld indelen in gewonen en buitengewonen, maar het zou voor veel leerlingen jammer zijn dat het goed draaiende gespecialiseerde onderwijs zijn eigenheid zou moeten verliezen. Inclusie ja of nee? Water ja of nee? Natuurlijk is het ja. Om echter niet te verdrinken is het essentieel om ernstige antwoorden te geven op ernstige vragen. Betekent recht op (inclusief) onderwijs dat iedereen recht heeft op alle mogelijke soorten onderwijs? Kan het recht van de ene leerling botsen met dat van de andere? Is er voldoende werkvolk op de onderwijswerkvloer? Welke zijn voor wie en op welke momenten goede omstandigheden of omgevingen en houden we daar voldoende rekening mee?
Radicale inclusie kan m.i. immers exclusie veroorzaken: exclusie van leerlingen met bijzondere zorgen en noden die onvoldoende kunnen worden bediend, of exclusie van leerlingen die onvoldoende uitdaging ervaren omdat daarvoor gewoon geen mogelijkheden genoeg zijn wegens een te grote spreidstand in de radicaal inclusieve groep.
Onderwijsbomen
Inclusie zonder dure bureaucratie en buiten de schijnwerpers is meer aanwezig dan men doorgaans in de media laat uitschijnen. Ook de Commissie Inclusief Onderwijs geeft dit aan. We lezen op blz. 4: ‘Het was fijn om vast te stellen dat ook in Vlaanderen al vele zaadjes voor inclusief onderwijs worden geplant.’ Naast die zaadjes staan al veel bloeiende onderwijsbomen. Die worden best niet omgehakt door enkele pennentrekken in Brussel.
Vanaf mijn kindertijd ben ik getuige van inclusief onderwijs en sterk buitengewoon onderwijs, zodat iedereen een eigen en gewaardeerde plaats in de samenleving kan krijgen. Dit warme en niet gefactureerde professionalisme over generaties heen raakt best niet ondergesneeuwd of weggekaapt bij herstructureringen. Maar in ‘Wat een leraar tot leraar maakt’ (blz. 105), (LannooCampus 2024) van professor Joris Vlieghe (KU Leuven) lezen we: ‘Na de poging om zoveel mogelijk het buitengewoon onderwijs in het reguliere te integreren, is het regulier onderwijs in feite stilaan aan het evolueren richting een buitengewoon onderwijs voor iedereen.’
Voldoende handen
100 % of 0 % geslaagde inclusie? Er is een bruisend spectrum daartussen. We ontmijnen best het welles nietes discours om onze krachten te kunnen inzetten waar de nood het hoogst is: minder in congreszalen maar meer bij leerlingen. Leerkrachten en directies mogen gerust hun stem laten horen, want deze werkvloerexperten – al halen ze daarbij geen 100 % – doen elke dag buitengewoon hun best om hun leerlingen te doen bloeien en groeien.
Voldoende verantwoordelijke handen in de klas… vooral hierover is een mentaliteitswijziging wenselijk. De nadruk leggen op veel wonderen die voortdurend plaatsgrijpen, bewerkstelligd door en samen met buitengewoon gewone mensen, blijft belangrijk. Ik wens alle actoren die zich met passie en gezond verstand elke dag inzetten om leerlingen te doen bloeien en groeien te bedanken. Beste jongeren, wees niet bang voor de roep van het onderwijs. Kom erbij om te helpen met dit oneindig boeiende bouwwerk. We hebben jullie passie en frisheid nodig, ook in de klas.

Geef een reactie op lucperdieus Reactie annuleren